De precaire balans tussen privacy en gemak

De precaire balans tussen privacy en gemak

Het recht om je onbespied te wanen, of dat nu in je eigen huis is of digitaal, is een belangrijk grondrecht. Privacy gaat verder dan alleen wetgeving. We moeten niet alleen kijken naar wat is toegestaan, maar ook naar wat wij als maatschappij wel of niet wenselijk vinden met betrekking tot het gebruik van data.

Hoewel mensen geneigd zijn te roepen dat zij niets te verbergen hebben, ben ik van mening dat iederéén iets te verbergen heeft. Wanneer een wildvreemde je vraagt waar je kinderen op school zitten en hoe laat die school uit is, dan krijg je daar de kriebels van. Alleen dat geeft al aan dat je niet al je informatie wilt delen. Privacy betekent ook dat je vrij bent om keuzes te maken en je daardoor niet belemmerd hoeft te voelen. Hoe meer je bespied, bekeken en bewaakt wordt, hoe meer je je gedrag daarop gaat aanpassen en dat leidt in essentie tot minder vrijheid. Dat is een groot en serieus risico dat digitalisering met zich meebrengt.

Orwells wereld is realiteit

De discussie over privacy raakt onze samenleving in het hart. In het boek ‘1984’ dat George Orwell vlak na de Tweede Wereldoorlog schreef, wordt een staat beschreven waarin de overheid elk aspect van het menselijk leven bewaakt en controleert. Dat was destijds sciencefiction, maar in de praktijk zijn we dit stadium inmiddels serieus voorbij. Natuurlijk heeft het verzamelen en analyseren van data ons ook veel gebracht. Diensten als routeplanners en bijvoorbeeld de app Seat Finder van NS, waarbij je ziet waar op het perron je het beste kunt staan wachten om de meeste kans te maken op een zitplaats in de trein. Uit data komt veel waarde waar we – terecht – blij mee zijn.

Balans tussen impact en nut

Ik ben voorstander van een ethische discussie in de maatschappij. Privacy en de vrijheid om te kunnen kiezen is een ongelooflijk groot goed voor ons allemaal. Toch worden we op allerlei manieren gestuurd en beïnvloed en dat beperkt onze vrijheid. De wetgeving die daaruit voortkomt, zijn eigenlijk de piketpaaltjes waarmee wordt bepaald wat we wel en niet acceptabel vinden. Maar ik vind dat we moeten nadenken over wat moreel wenselijk is. Het moet niet alleen een drijfveer zijn of iets al dan niet verboden is bij wet. Het is belangrijk om te zoeken naar de juiste balans, waarbij de impact voor mensen in verhouding staat tot wat het oplevert. Als organisatie moet je jezelf continu afvragen: ben ik verantwoord bezig en kan ik dit uitleggen?

Naïviteit

De balans kan voor iedereen op een ander punt kan liggen. Kun en durf jij in zo’n geval jouw standpunt te verdedigen? Ik ben er geen voorstander van dat alles moet kunnen met data, maar ik ben ook geen puritein. Want ik zie dat we ook profiteren van data in zo’n beetje alles wat we gedurende een dag doen. We hebben maximaal behoefte aan bescherming van gegevens die onszelf betreffen, omdat de digitale wereld steeds meer risico’s met zich meebrengt. Organisaties verzamelen graag data, maar ik ga er als klant vanuit dat ze de verzamelde gegevens gebruiken voor de doeleinden waarvoor ik ze heb afgegeven. En dat blijkt niet altijd het geval. Het verbaast me wel eens hoe naïef mensen hierin staan.

Volwassenheid en transparantie

Er is meer volwassenheid en transparantie nodig van bedrijven over waar ze gegevens wel en niet voor gebruiken. Juist omdat er zoveel maatschappelijk voordeel te halen is uit de verwerking van data, moeten we de maatschappelijke discussie voeren over wat we verantwoord datagebruik vinden. Door zulke discussies kunnen we op zoek naar consensus en kunnen we beter bepalen waar de balans ligt tussen het verzamelen en gebruiken van gegevens en het voordeel dat het mensen oplevert.


Lees ook:


Edwin Kusters

Over ons - Edwin Kusters - Viacryp

In zijn functie als bedenker van datagedreven besturingsoplossingen is Edwin al achttien jaar betrokken bij veelal grote BI-projecten waarvan de laatste zes met focus op de privacy-aspecten hiervan. Steeds vaker constateerde hij dat opdrachtgevers bepaalde klantanalysewensen hadden die in strijd waren met de Wbp (later vervangen door de AVG). Hij ging op zoek naar oplossingen die het toch mogelijk maakten om dergelijke analyses te kunnen uitvoeren. Techniek en respect voor de privacy waren daarbij het uitgangspunt, maar ook moest hij rekening houden met klantprioriteiten als time-to-market, kwaliteit van dienstverlening en compliancekosten. De oprichting van een specifiek los bedrijf, tegenwoordig bekend als Viacryp, bleek voor opdrachtgevers een van de meest effectieve oplossingen om invulling te geven aan deze complexiteit. Edwin spreekt met regelmaat over privacy op seminars en congressen en participeert in de NEN-werkgroep voor het ontwikkelen van een pseudonimiseringsnorm.